zithoek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zithoek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zithoek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zithoek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zithoek is hier. De definitie van het woord zithoek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzithoek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zithoek met twee lage damesstoelen en twee hogere herenstoelen
  • zit·hoek
enkelvoud meervoud
naamwoord zithoek zithoeken
verkleinwoord zithoekje zithoekjes

de zithoekm

  1. deel van een kamer geschikt om gezellig bij elkaar te zitten en de meubels die in dat deel van de kamer staan
    • Het skelet is inmiddels af; Monné gaat voor door het houten frame. Beneden komen de badkamer, keuken en zithoek, boven is de slaapverdieping. „Ook de buitenkant wordt opgetrokken uit duurzame materialen. De wand wordt geïsoleerd met 30 centimeter cellulosevezel.” [2] 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Gemma Venhuizen 16 februari 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be