Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zonk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zonk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zonk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zonk is hier. De definitie van het woord
zonk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zonk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zonk
- enkelvoud verleden tijd van zinken
- Ik zonk.
- Jij zonk.
- Hij, zij, het zonk.
84 % |
van de Nederlanders;
|
78 % |
van de Vlamingen.[1]
|