Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zoomde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zoomde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zoomde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zoomde is hier. De definitie van het woord
zoomde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zoomde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zoomde
- enkelvoud verleden tijd van zomen
- Ik zoomde.
- Jij zoomde.
- Hij, zij, het zoomde.
zoomde
- enkelvoud verleden tijd van zoomen
- Ik zoomde.
- Jij zoomde.
- Hij, zij, het zoomde.