zuurbal

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zuurbal. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zuurbal, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zuurbal in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zuurbal is hier. De definitie van het woord zuurbal zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzuurbal, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zuurbal
  • zuur·bal
enkelvoud meervoud
naamwoord zuurbal zuurballen
verkleinwoord

de zuurbalm

  1. geel gekleurd, zuursmakend, bolvormig snoepje waarop men kan zuigen
    • Ik heb vast van die verloren zuurbal gedroomd vannacht en daarbij hard nee geschud, daarom zat mijn haar natuurlijk zo gek. Want het zat wel erg gek, Dé vroeg vanochtend meteen of ik mislukte krulspelden had gezet. [2] 
    • En die heerlijke kramen op de vismarkt. Die geuren. Paling. Zuurstokken. Oliebollen. Het water loopt me in de mond als ik er aan denk. Ik had een tante die in een kraam stond waar ze samen met haar man levensgrote slagroomsoezen verkocht. Als haar man even niet keek stopte ze je er gauw een paar toe, terwijl die man, die gierigaard, er om de haverklap zelf een in zijn mond stak. Een dikke zuurbal, waarvan je verhemelte helemaal ruw werd van het zuinige gezuig. Of als je geluk had, dus geld, een zuurstok, waarvan ik nu nog steeds niet weet of ik die rose nu lekkerder vond dan die bruine met kaneel. [3] 
88 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[4]