zwiept

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zwiept. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zwiept, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zwiept in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zwiept is hier. De definitie van het woord zwiept zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzwiept, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zwiept
  1.  Enthousiast hijgend zit ze voor Dora, zwiept haar dunne staartje over de grond en kijkt haar aanmoedigend aan.[1]
     Er zitten vliegen op zijn neus en hij zwiept een beetje met zijn staart en komt dichter bij het hek.[2]
vervoeging van
zwiepen

zwiept

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwiepen
    • Jij zwiept. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwiepen
    • Hij zwiept. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van zwiepen
    • Zwiept! 
  1. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026356186
  2. Pepijn Lanen
    “Avonturen op de maan” (2022), Ambo/Anthos uitgevers op Wikipedia, ISBN 9789026360336