Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zwiepte. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zwiepte, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zwiepte in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zwiepte is hier. De definitie van het woord
zwiepte zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zwiepte, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zwiepte
- enkelvoud verleden tijd van zwiepen
- Ik zwiepte.
- Jij zwiepte.
- Hij, zij, het zwiepte.
- ▸ Ze zwiepte plotseling met haar miniatuurkrokodillenstaart en Davis schrok, kroop tegen me aan en lachte toen.[1]