Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zwoer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zwoer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zwoer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zwoer is hier. De definitie van het woord
zwoer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zwoer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
zwoer
- enkelvoud verleden tijd van zweren
- Ik zwoer.
- Jij zwoer.
- Hij, zij, het zwoer.
- Alleen in de betekenis van een eed afleggen.
- ▸ ' Terwijl de letterworm op het beeldscherm groeide, zwoer Gerhard inwendig dat Gombrowski er niet mee weg zou komen.[1]
- ▸ Ik legde de noodzakelijke eed af en zwoer hen te zullen beschermen en te werken voor hun welzijn en dat van de kerk.[2]