dum terwijl dum terwijl dum (temporeel) terwijl (meestal met indicatief praesens); zolang (als); (temporeel) totdat; (conditioneel) in zoverre als, mits...
IPA: /duːm/ dům dům monbezield (bouwkunde)(wonen) huis; gebouw bestemd om in te wonen «Domů v Česká republika jsou velmi velké.» De huizen in de Tsjechië...
-dum na "o" of "u" . fungeert als de eerste persoon enkelvoud verleden tijd van het koppelwerkwoord: was komt voor in de eerste persoon enkelvoud van...
-düm na "ö" of "ü" . fungeert als de eerste persoon enkelvoud van de verleden tijd het koppelwerkwoord: was komt voor in de eerste persoon enkelvoud van...
Geluid: dumdumkogels (hulp, bestand) dum·dum·ko·gels de dumdumkogels mv meervoud van het zelfstandig naamwoord dumdumkogel Het woord dumdumkogels...