steggelende (hulp, bestand) steg·ge·len·de steggelende verbogen vorm van steggelend, het onvoltooid deelwoord van steggelen Het woord steggelende staat...
Geluid: steggel (hulp, bestand) steg·gel steggel eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steggelen Ik steggel. gebiedende wijs van steggelen Steggel...
Geluid: steggelend (hulp, bestand) steg·ge·lend steggelend onvoltooid deelwoord van steggelen Het woord steggelend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: steggelen (hulp, bestand) steg·ge·len In de betekenis van ‘ruziën’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1865 steggelen elkander steken,...
steggelen Jij steggelt. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van steggelen Hij steggelt. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van steggelen Steggelt...
bestand) ge·steg·geld vervoeging van steggelen: de stam met omvoegsel ge- -d gesteggeld voltooid deelwoord van steggelen Het woord gesteggeld staat in de...
steggelde (hulp, bestand) steg·gel·de steggelde enkelvoud verleden tijd van steggelen Ik steggelde. Jij steggelde. Hij, zij, het steggelde. Het woord steggelde...
steggelden (hulp, bestand) steg·gel·den steggelden meervoud verleden tijd van steggelen Wij steggelden. Jullie steggelden. Zij steggelden. Het woord steggelden...
stechelen onovergankelijk kibbelen, ruziën onovergankelijk vals spelen steggelen stechelaar Het woord stechelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal...
‘ruzie’ voor het eerst aangetroffen in 1927 Naamwoord van handeling van steggelen met het voorvoegsel ge- het gesteggel o geruzie er rijden na bijna twintig...