Geluid: tarifeert (hulp, bestand) ta·ri·feert tarifeert tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tariferen Jij tarifeert. derde persoon enkelvoud...
wij, we jullie zij, ze tegenwoordig (o.t.t.) tarifeer tarifeert tarifeert tarifeert tarifeert tariferen tariferen tariferen verleden (o.v.t.) tarifeerde...