aanraden

Hello, you have come here looking for the meaning of the word aanraden. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word aanraden, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say aanraden in singular and plural. Everything you need to know about the word aanraden you have here. The definition of the word aanraden will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofaanraden, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From aan +‎ raden.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈaːnˌraːdə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: aan‧ra‧den

Verb

aanraden

  1. (transitive) to suggest, advise

Conjugation

Conjugation of aanraden (weak with strong past participle, separable)
infinitive aanraden
past singular raadde aan
past participle aangeraden
infinitive aanraden
gerund aanraden n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular raad aan raadde aan aanraad aanraadde
2nd person sing. (jij) raadt aan, raad aan2 raadde aan aanraadt aanraadde
2nd person sing. (u) raadt aan raadde aan aanraadt aanraadde
2nd person sing. (gij) raadt aan raadde aan aanraadt aanraadde
3rd person singular raadt aan raadde aan aanraadt aanraadde
plural raden aan raadden aan aanraden aanraadden
subjunctive sing.1 rade aan raadde aan aanrade aanraadde
subjunctive plur.1 raden aan raadden aan aanraden aanraadden
imperative sing. raad aan
imperative plur.1 raadt aan
participles aanradend aangeraden
1) Archaic. 2) In case of inversion.
Conjugation of aanraden (strong class 7, separable)
infinitive aanraden
past singular ried aan
past participle aangeraden
infinitive aanraden
gerund aanraden n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular raad aan ried aan aanraad aanried
2nd person sing. (jij) raadt aan, raad aan2 ried aan aanraadt aanried
2nd person sing. (u) raadt aan ried aan aanraadt aanried
2nd person sing. (gij) raadt aan riedt aan aanraadt aanriedt
3rd person singular raadt aan ried aan aanraadt aanried
plural raden aan rieden aan aanraden aanrieden
subjunctive sing.1 rade aan riede aan aanrade aanriede
subjunctive plur.1 raden aan rieden aan aanraden aanrieden
imperative sing. raad aan
imperative plur.1 raadt aan
participles aanradend aangeraden
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

Anagrams