klaarmaken

Hello, you have come here looking for the meaning of the word klaarmaken. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word klaarmaken, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say klaarmaken in singular and plural. Everything you need to know about the word klaarmaken you have here. The definition of the word klaarmaken will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofklaarmaken, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

Compound of klaar +‎ maken.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈklaːrˌmaː.kə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: klaar‧ma‧ken

Verb

klaarmaken

  1. (transitive) to prepare, to make ready
  2. (reflexive) to get prepared

Conjugation

Conjugation of klaarmaken (weak, separable)
infinitive klaarmaken
past singular maakte klaar
past participle klaargemaakt
infinitive klaarmaken
gerund klaarmaken n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular maak klaar maakte klaar klaarmaak klaarmaakte
2nd person sing. (jij) maakt klaar, maak klaar2 maakte klaar klaarmaakt klaarmaakte
2nd person sing. (u) maakt klaar maakte klaar klaarmaakt klaarmaakte
2nd person sing. (gij) maakt klaar maakte klaar klaarmaakt klaarmaakte
3rd person singular maakt klaar maakte klaar klaarmaakt klaarmaakte
plural maken klaar maakten klaar klaarmaken klaarmaakten
subjunctive sing.1 make klaar maakte klaar klaarmake klaarmaakte
subjunctive plur.1 maken klaar maakten klaar klaarmaken klaarmaakten
imperative sing. maak klaar
imperative plur.1 maakt klaar
participles klaarmakend klaargemaakt
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Descendants

  • Berbice Creole Dutch: maklara
  • Negerhollands: maak klaar, maek klaer