opdagen

Hello, you have come here looking for the meaning of the word opdagen. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word opdagen, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say opdagen in singular and plural. Everything you need to know about the word opdagen you have here. The definition of the word opdagen will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofopdagen, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From Middle Dutch opdagen. Equivalent to op (up) +‎ dagen (to dawn).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɔpˌdaː.ɣə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: op‧da‧gen

Verb

opdagen

  1. (intransitive) to show up, to appear
  2. (transitive, obsolete) to summon, to subpoena

Conjugation

Conjugation of opdagen (weak, separable)
infinitive opdagen
past singular daagde op
past participle opgedaagd
infinitive opdagen
gerund opdagen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular daag op daagde op opdaag opdaagde
2nd person sing. (jij) daagt op, daag op2 daagde op opdaagt opdaagde
2nd person sing. (u) daagt op daagde op opdaagt opdaagde
2nd person sing. (gij) daagt op daagde op opdaagt opdaagde
3rd person singular daagt op daagde op opdaagt opdaagde
plural dagen op daagden op opdagen opdaagden
subjunctive sing.1 dage op daagde op opdage opdaagde
subjunctive plur.1 dagen op daagden op opdagen opdaagden
imperative sing. daag op
imperative plur.1 daagt op
participles opdagend opgedaagd
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Descendants

  • Afrikaans: opdaag

Anagrams