opdoeken

Hello, you have come here looking for the meaning of the word opdoeken. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word opdoeken, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say opdoeken in singular and plural. Everything you need to know about the word opdoeken you have here. The definition of the word opdoeken will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofopdoeken, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From op (up) +‎ doek (screen, curtain) +‎ -en.

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈɔpˌdu.kə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: op‧doe‧ken

Verb

opdoeken

  1. (transitive) to shut down, to close down
    Ik heb besloten om mijn boekhandel op te doeken.
    I have decided to shut down my bookstore.

Conjugation

Conjugation of opdoeken (weak, separable)
infinitive opdoeken
past singular doekte op
past participle opgedoekt
infinitive opdoeken
gerund opdoeken n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular doek op doekte op opdoek opdoekte
2nd person sing. (jij) doekt op, doek op2 doekte op opdoekt opdoekte
2nd person sing. (u) doekt op doekte op opdoekt opdoekte
2nd person sing. (gij) doekt op doekte op opdoekt opdoekte
3rd person singular doekt op doekte op opdoekt opdoekte
plural doeken op doekten op opdoeken opdoekten
subjunctive sing.1 doeke op doekte op opdoeke opdoekte
subjunctive plur.1 doeken op doekten op opdoeken opdoekten
imperative sing. doek op
imperative plur.1 doekt op
participles opdoekend opgedoekt
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Anagrams