uitzonderen

Hello, you have come here looking for the meaning of the word uitzonderen. In DICTIOUS you will not only get to know all the dictionary meanings for the word uitzonderen, but we will also tell you about its etymology, its characteristics and you will know how to say uitzonderen in singular and plural. Everything you need to know about the word uitzonderen you have here. The definition of the word uitzonderen will help you to be more precise and correct when speaking or writing your texts. Knowing the definition ofuitzonderen, as well as those of other words, enriches your vocabulary and provides you with more and better linguistic resources.

Dutch

Etymology

From Middle Dutch utesonderen. Equivalent to uit +‎ zonderen ((archaic) to separate).

Pronunciation

  • IPA(key): /ˈœy̯tˌsɔn.də.rə(n)/
  • Audio:(file)
  • Hyphenation: uit‧zon‧de‧ren

Verb

uitzonderen

  1. (transitive) to exclude, to except
    Een hexaploïde cel is een cel waarvan in de celkern elk chromosoom zes maal voorkomt (geslachtschromosomen uitgezonderd). — A hexaploid cell is a cell for which in the cell nucleus each chromosome occurs six times (sex chromosomes excluded).

Conjugation

Conjugation of uitzonderen (weak, separable)
infinitive uitzonderen
past singular zonderde uit
past participle uitgezonderd
infinitive uitzonderen
gerund uitzonderen n
main clause subordinate clause
present tense past tense present tense past tense
1st person singular zonder uit zonderde uit uitzonder uitzonderde
2nd person sing. (jij) zondert uit, zonder uit2 zonderde uit uitzondert uitzonderde
2nd person sing. (u) zondert uit zonderde uit uitzondert uitzonderde
2nd person sing. (gij) zondert uit zonderde uit uitzondert uitzonderde
3rd person singular zondert uit zonderde uit uitzondert uitzonderde
plural zonderen uit zonderden uit uitzonderen uitzonderden
subjunctive sing.1 zondere uit zonderde uit uitzondere uitzonderde
subjunctive plur.1 zonderen uit zonderden uit uitzonderen uitzonderden
imperative sing. zonder uit
imperative plur.1 zondert uit
participles uitzonderend uitgezonderd
1) Archaic. 2) In case of inversion.

Derived terms

Anagrams