Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
-tor. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
-tor, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
-tor in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
-tor is hier. De definitie van het woord
-tor zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
-tor, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
-tor
- vormt (mannelijke) zelfstandige naamwoorden van werkwoorden, hiervan de handelend persoon of dader gevend,
-er, -aar.
- Wordt normaal achter de werkwoordstam geplaatst, niet de ik-vorm.
- «vincere → vīci → victor»
- overwinnen, veroveren → overwinnaar, veroveraar
- «mercārī → mercātor»
- verkopen, handelen → verkoper, handelaar
- Klankverandering kan optreden:
- «dēfendere → defend + tor → dēfēnsor»
- verdedigen → verdediger
- Soms is de stam verouderd of onbekend of is het achtervoegsel direct achter een naamwoord geplaatst.
- «funda → (fundi) → funditor»
- slinger → slingeraar
- «gladius → (gladia) → gladiātor»
- zwaard → zwaardvechter