-trix

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord -trix. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord -trix, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je -trix in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord -trix is hier. De definitie van het woord -trix zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van-trix, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • -·trix

-trīx v

  1. vormt (vrouwelijke) zelfstandige naamwoorden van werkwoorden, hiervan de handelend persoon of dader gevend,
    -ster, -ares.
    • Wordt normaal achter de werkwoordstam geplaatst, niet de ik-vorm.
    «vēnāri → vēnā → vēnātrīx»
    jagen → jageres
    «ulcisci → ultus → ultrīx»
    wreken → wreekster
    • Klankverandering kan optreden:
    «nūtrīre → nu(tr) → trīx»
    voeden, zogen, kweken → voedster, min