Amoriet

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Amoriet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Amoriet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Amoriet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Amoriet is hier. De definitie van het woord Amoriet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanAmoriet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • Amo·riet
enkelvoud meervoud
naamwoord Amoriet Amorieten
verkleinwoord

de Amorietv / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) lid van een oorspronkelijke bevolkingsgroep van Kanaän-2, voortgekomen uit Kanaän-1, de vierde zoon van Cham-1; 'de Amorieten' is soms aanduiding van alle Kanaänieten (87×: Gen. 10:16 +, Ex. 3:8 +, Num. 13:29 +, Deut. 1:4 +, Joz. 2:10 +, Recht. 1:34 +, 1 Sam. 7:14, 2 Sam. 21:2, 1 Kon. 4:19 +, 2 Kon. 21:11, Ez. 16:3 +, Am. 2:9 +, Ps. 135:11 +, Ezra 9:1, Neh. 9:8, 1 Kron. 1:14, 2 Kron. 8:7)
  • Hebreeuws (transcriptieversie): Emoriet