Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
Sjabloon:-nlverb-reflex-. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
Sjabloon:-nlverb-reflex-, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
Sjabloon:-nlverb-reflex- in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
Sjabloon:-nlverb-reflex- is hier. De definitie van het woord
Sjabloon:-nlverb-reflex- zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
Sjabloon:-nlverb-reflex-, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
vervoeging van het Nederlandse werkwoord ]
|
tegenwoordige tijd
|
verleden tijd
|
toekomende tijd
|
enkelvoud |
meervoud |
enkelvoud
|
meervoud |
enkelvoud |
meervoud
|
1 |
ik |
{{{2}}} me
|
wij, we |
{{{4}}} ons
|
ik |
{{{5}}} me
|
wij, we |
{{{6}}} ons
|
ik |
zal me ]
|
wij, we |
zullen ons ]
|
2 |
jij, je |
{{{3}}} je
|
jullie |
{{{4}}} je
|
jij, je |
{{{5}}} je
|
jullie |
{{{6}}} je
|
jij, je |
zal, zult je ]
|
jullie |
zullen je ]
|
u |
{{{3}}} zich/u
|
u |
{{{3}}} zich/u
|
u |
{{{5}}} zich/u
|
u |
{{{5}}} zich/u
|
u |
zult zich/u ]
|
u |
zult zich/u ]
|
gij, ge |
{{{3}}} u
|
gij, ge, gijlieden |
{{{3}}} u
|
gij, ge |
{{{5}}} u
|
gij, ge, gijlieden |
{{{5}}} u
|
gij, ge |
zult u ]
|
gij, ge gijlieden |
zult u ]
|
3 |
hij, zij, het |
{{{3}}} zich
|
zij, ze |
{{{4}}} zich
|
hij, zij, het |
{{{5}}} zich
|
zij, ze |
{{{6}}} zich
|
hij, zij, het |
zal zich ]
|
zij, ze |
zullen zich ]
|
onvoltooid deelwoord |
voltooide tijd |
gebiedende wijs |
aanvoegende wijs
|
zich ] |
zich {{{8}}} hebben |
{{{2}}} u/je , {{{3}}} je |
{{{9}}} zich
|
De sjabloonbeschrijving hieronder wordt niet afgebeeld wanneer het sjabloon wordt geplaatst
Dit sjabloon is bedoeld voor wederkerende werkwoorden in het Nederlands
- parameters
- prefix het voorvoegsel van een scheidbaar werwoord
- streepje voegt een streepje toe aan het voorvoegsel. Zie toe-eigenen/vervoeging.
- 1 infinitief
- 2 eerste persoon enkelvoud (stam) (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 3 tweede en derde persoon enkelvoud (stam+t) (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 4 tegenwoordige tijd meervoud (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 5 verleden tijd enkelvoud (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 6 verleden tijd meervoud (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 7 actief hulpwerwoord van het voltooid deelwoord (niet gebruikt: is altijd hebben)
- 8 voltooid deelwoord
- 9 aanvoegende wijs (infinitief - n) (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 10 indien afwijkend van 3: gij vorm tegenwoordige tijd (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
- 11 indien afwijkend van 5: gij vorm verleden tijd (zonder voorvoegsel bij scheidbaarheid)
Bij werkwoorden die een afwijkend patroon vertonen kan de inhoud van het sjabloon met behulp van subst: op de desbetreffende bladzijde gezet en vervolgens aangepast worden.
- Zie ook