Zwilling
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord Zwilling. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord Zwilling, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je Zwilling in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord Zwilling is hier. De definitie van het woord Zwilling zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanZwilling, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Zwil·ling
- Afkomstig van het Duitse zelfstandige naamwoord Zwilling zn ← Middelhoogduits: zwinlein zn ← Latijn: geminus zn
| enkelvoud (onbepaald) |
enkelvoud (bepaald) |
meervoud (onbepaald) |
meervoud (bepaald) | |
|---|---|---|---|---|
| nominatief | - - - | der Zwilling | - - - | - - - |
| datief | - - - | em Zwilling | - - - | - - - |
| accusatief | - - - | der Zwilling | - - - | - - - |
Zwilling, m
- (sterrenbeeld) het sterrenbeeld Tweelingen
- (astrologie) teken van de dierenriem Tweelingen (21 mei tot 21 juni)
-
Zwilling (Dierkrees)
Tweelingen (Dierenriem)
| Dierkrees | |||||||||||
 Widder |
 Schtier |
 Zwilling |
 Grebs |
 Leeb |
 Blummefraa |
 Wog |
 Skorpion |
 Schitz |
 Schteebock |
 Wassermann |
 Fisch |