aansjokken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aansjokken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aansjokken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aansjokken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aansjokken is hier. De definitie van het woord aansjokken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaansjokken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • aan·sjok·ken

aansjokken [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aansjokken
sjokte aan
aangesjokt
zwak -t volledig
  1. met lompe, zware tred langzaam naderen
     Door de stromende regen komen ze aansjokken. Sommigen zijn door hun ouders afgezet in Amersfoort. Normaal gesproken zouden ze op dit tijdstip (8.45 uur) nog in hun bed hebben gelegen, het is vakantie. Maar als je niet komt opdagen voor je taakstraf, dan heb je echt een probleem. Je krijgt dan een strafblad en dat schrikt de meeste jongens die onder begeleiding van bureau Halt een paar uurtjes moeten gaan schoonmaken toch wel af.[2]
     Een van de Finse spelers wil zijn verhaal wel delen. Jere Uronen komt langzaam aansjokken. Ik had van tevoren een heel lijstje met vragen voorbereid, maar geen ervan doet ertoe. Hoe gaat het met je, lijkt de enige normale vraag.[3]



  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 mei 2022 Weblink bron
    Roel Pauw
    “'Liever 2 uur schoonmaken dan een boete'” (03-01-2012), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 24 mei 2022 Weblink bron “'Je voelt je zo hopeloos. Maar je kunt niks, het is afschuwelijk...'” (13-06-2021), NOS