aanzoeker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanzoeker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanzoeker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanzoeker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanzoeker is hier. De definitie van het woord aanzoeker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanzoeker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • aan·zoe·ker
enkelvoud meervoud
naamwoord aanzoeker aanzoekkers
verkleinwoord

de aanzoekerm

  1. iemand die aan iemand anders vraagt of hij of zij met hem of haar wilt trouwen
    • Haast 70 procent van de lezers van fictieboeken zou uit vrouwen bestaan, en die kijken volgens veel boekenmakers liefst in een flatterende spiegel. Maar ik houd voet bij stuk. Ik beschouw het als een deel van het afscheidsritueel. Menig vormgever trekt nu waarschijnlijk verschrikt een wenkbrauw op, maar liever mijn kromme ontwerp dan een kunstige cover van een melig trutje omgeven met een zekere flou artistique. Een huwelijksaanzoek moet ook niet briljant verwoord worden maar wel passen bij de aanzoeker. [2] 
80 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[3]