afsteek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afsteek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afsteek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afsteek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afsteek is hier. De definitie van het woord afsteek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafsteek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·steek
vervoeging van
afsteken

afsteek

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afsteken
    • ... dat ik afsteek. 
enkelvoud meervoud
naamwoord afsteek -
verkleinwoord - -

de afsteekm

  1. het afscheiden door middel van een steekwerktuig
    • De belangrijkste bron van inkomsten voor Benthuizen in deze tijd was dan ook de afsteek van turf. 
  2. een wegafslag
    • Na de afsteek kunt u vanaf hier de hoofdroute weer volgen. 
  3. het doen ontbranden van iets
    • Dit gebeurde na de afsteek van deze oven. 
84 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be