afvoerde

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afvoerde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afvoerde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afvoerde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afvoerde is hier. De definitie van het woord afvoerde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafvoerde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·voer·de
vervoeging van
afvoeren

afvoerde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afvoeren
    • ... dat ik afvoerde. 
    • ... dat jij afvoerde. 
    • ... dat hij, zij, het afvoerde. 
     Ik vertelde over de dag waarop ik thuiskwam en zag dat een politieagent mijn moeder geboeid afvoerde, wat iedereen kon zien.[1]
  1. Amanda Dykes
    “De vondeling van Venetië” (2023), KokBoekencentrum Uitgevers, ISBN 9789029735353