Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
afvoerde. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
afvoerde, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
afvoerde in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
afvoerde is hier. De definitie van het woord
afvoerde zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
afvoerde, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
afvoerde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afvoeren
- ... dat ik afvoerde.
- ... dat jij afvoerde.
- ... dat hij, zij, het afvoerde.
- ▸ Ik vertelde over de dag waarop ik thuiskwam en zag dat een politieagent mijn moeder geboeid afvoerde, wat iedereen kon zien.[1]
- ↑
Amanda Dykes
“De vondeling van Venetië” (2023), KokBoekencentrum Uitgevers, ISBN 9789029735353