afvoeren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afvoeren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afvoeren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afvoeren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afvoeren is hier. De definitie van het woord afvoeren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafvoeren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • af·voe·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afvoeren
voerde af
afgevoerd
zwak -d volledig

afvoeren

  1. overgankelijk verwijderen, wegleiden
    • De gevangenen werden afgevoerd naar het kamp. 
    • Het opruimen van de ravage gaat volgens de terreinbeheerder nog wel een week of zes duren. Daarbij worden niet alleen de gevelde bomen en takken in stukken gezaagd en afgevoerd. [1] 
     De diarreeaanval had als een sluipmoordenaar in vol daglicht toegeslagen. Moniek werd met een ambulance afgevoerd.[2]
vervoeging van
afvaren

afvoeren

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afvaren
    • ...dat wij afvoeren. 
    • ...dat jullie afvoeren. 
    • ...dat zij afvoeren. 

de afvoerenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord afvoer
98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]