afvroeg
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord afvroeg. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord afvroeg, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je afvroeg in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord afvroeg is hier. De definitie van het woord afvroeg zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanafvroeg, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- af·vroeg
| vervoeging van |
|---|
| afvragen |
afvroeg
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van zich afvragen
- ... dat ik me afvroeg.
- ... dat jij je afvroeg.
- ... dat hij, zij, het zich afvroeg.
- ... dat ik me afvroeg.
- ▸ Aan de ene kant zat het internetverhaal haar niet lekker, terwijl ze zich aan de andere kant afvroeg of ze hier nu wel ophef over moest maken.[1]
- Het woord afvroeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
