alopecia

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord alopecia. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord alopecia, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je alopecia in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord alopecia is hier. De definitie van het woord alopecia zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanalopecia, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
1. P. Collina op Wikipedia (nl) kreeg rond zijn 30e alopecia.
  • alo·pe·cia
  • van Latijn alopecia dat teruggaat op Oudgrieks ἀλώπηξ (alopex) "vos", dit kan betrekking hebben op hun haarverlies door de rui of door schurft; vergelijk ook het spreekwoord "Een vos verliest wel zijn haren, maar niet zijn streken"
enkelvoud meervoud
naamwoord alopecia -
verkleinwoord - -

de alopeciav

  1. (medisch) aandoening waardoor haren niet meer of minder aangroeien
    • Toen op school het plan werd opgevat om haar te doneren aan een stichting die pruiken laat maken voor kinderen die geen haar meer hebben – dat hoeft niet door kanker te zijn, kinderen met de haarziekte alopecia zijn soms ook kaal – meldden de meisjes zich spontaan. [1]
30 % van de Nederlanders;
44 % van de Vlamingen.[2]


  • al·o·pe·ci·a
enkelvoud meervoud
alopecia alopecias

alopecia v

  1. (medisch) alopecie, haaruitval