ambras

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord ambras. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord ambras, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je ambras in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord ambras is hier. De definitie van het woord ambras zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanambras, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • am·bras
  • uit het Frans[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord ambras
verkleinwoord

de ambrasm

  1. ruzie
    • Zoals toen een nietsvermoedende mevrouw op een stukje gras naar de koers stond te kijken, terwijl de renners als geschrokken ratten aan alle kanten langs haar heen de hoek om glipten en De Cauwer op eigen houtje wat doorfantaseerde over de echtelijke loopgravenoorlog die dat zou opleveren. “Vanavond patatten met ambras.” [2] 
    • Leo Pleysier (van Wit is altijd schoon, AKO-prijs-nominatie) schreef een nieuw boek, in de vorm van één lang naverteld telefoongesprek. Oudere zuster belt een "ik'; “want dat ze bijna klaar was met de grote kuis”, maar eigenlijk wil ze praten over de verdeling van moeders erfenis. Waar ze flink "ambras' (ruzie) over hebben, ons Greet, ons Annemarie, onze Robert en ons Hilde, en daar wordt door zus uitvoerig, o zo uitvoerig verslag van gedaan. [3] 
    • Overbuur Waqar Maanood, uitbater van de Night Shop, weet nog altijd niet goed wat hem overkwam. ‘Ik stond iets na middernacht met vrienden te praten bij de winkel toen hij vanop zijn balkon begon te roepen. Daarna stormde hij agressief en duidelijk onder invloed naar beneden en kwam hij ambras maken. Wij zijn rustig gebleven.’ [4] 
30 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[5]