apezuur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord apezuur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord apezuur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je apezuur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord apezuur is hier. De definitie van het woord apezuur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanapezuur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ape·zuur
enkelvoud meervoud
naamwoord apezuur
verkleinwoord

het apezuuro

  1. (jongerentaal) heel erg in vaste verbinding met werken, schrikken, fietsen, trappen e.d.
    • Ik heb me het apezuur gewerkt en nog heb ik een onvoldoende. 
    • Arja van Dijk (65) en Hans Hoveling (68) uit Utrecht. Arja: "Ik verzamel al dertig jaar, de spullen komen uit Dubai, Marokko, de VS, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland, Mexico. De één golft, de ander tennist, ik vind dit leuk. Ik loop altijd te kijken en te zoeken. Meestal begin ik half oktober en begin januari breek ik het af. Mijn man versiert niks, maar sjouwt zich wel het apezuur."[3]  
  • het apezuur zoeken
eindeloos zoeken
  • het apezuur schrikken
heel erg schrikken
91 % van de Nederlanders;
44 % van de Vlamingen.[4]