appelkoek

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord appelkoek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord appelkoek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je appelkoek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord appelkoek is hier. De definitie van het woord appelkoek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanappelkoek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • ap·pel·koek
enkelvoud meervoud
naamwoord appelkoek appelkoeken
verkleinwoord appelkoekje appelkoekjes

de appelkoekm [1]

  1. (kookkunst) klein appeltaartje
     In de eerste aflevering van het nieuwe seizoen gaan de bakkers aan de slag met het thema ‘10-jarig jubileum’. Voor de eerste opdracht moeten de kandidaten een taart maken waarmee elke aflevering wordt afgetrapt, namelijk de HHB-leadertaart. Martine Bijl mag niet ontbreken in deze bijzondere aflevering. Haar favoriete appelkoek is de technische opdracht van de week.[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 2 december 2024 Weblink bron
    Maxime Segers
    “Bakkers klaar? Bakken maar! Dit zijn de tien deelnemers van Heel Holland Bakt” (06-12-2022), Tubantia