architectengroep

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord architectengroep. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord architectengroep, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je architectengroep in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord architectengroep is hier. De definitie van het woord architectengroep zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanarchitectengroep, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • ar·chi·tec·ten·groep
enkelvoud meervoud
naamwoord architectengroep architectengroepen
verkleinwoord architectengroepje architectengroepjes

de architectengroepv / m

  1. (bouwkunde) een aantal samenwerkende architecten
     Het ontwerp is van architect Arno Holleman van de Architectengroep Gelderland. Het bestaat uit een blok met twee verdiepingen aan de voorkant en een platte doos aan de achterkant. De binnenkant is sober en strak. Witte muren, grijze vloeren, maar wel veel licht. Alle groepsruimtes, zes in totaal, hebben uitzicht op de overdekte binnentuin of de centrale speelhal die het hart vormt van dit gebouw en de villa-achtige opzet versterkt. Opgesloten worden de kids hier allerminst. Wandelend door het gebouw lonkt door het vele glas bijna op elke plek de buitenwereld. Door doorbraken en openingen in de gevel aan de zijkanten en achterkant wordt ook in het exterieur het gevaar van een te grote geslotenheid bezworen.[1]


  1. Bronlink geraadpleegd op 7 december 2024 Weblink bron
    Roel Lutkenhaus
    “Villa BonBini: gestreept houtpaleis in Neede” (12 juni 0009), Tubantia