autokaart

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord autokaart. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord autokaart, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je autokaart in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord autokaart is hier. De definitie van het woord autokaart zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanautokaart, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
autokaart
  • au·to·kaart
enkelvoud meervoud
naamwoord autokaart autokaarten
verkleinwoord

de autokaartv / m

  1. (aardrijkskunde) een wegenkaart geschikt voor gemotoriseerd verkeer
     Hoe dan ook, ik schaam me niet voor route­planners. Vroeger stippelde ik de snelwegen uit op mijn autokaart en zocht de kleine straten erbij in een stratenboek. Later gebruikte ik veelvuldig de printjes van de website van de ANWB. Hoefde ik lekker niet meer te bladeren tijdens het rijden, alleen nog maar te lezen. En meestal kwam ik tijdig aan waar ik wezen moest.[2]
     Hoewel er altijd scharrelaars blijven die „van toeten noch blazen weten”, merkt Van Hemert dat vrijetijdsschippers vergeleken met tien jaar terug beter toegerust het water op gaan. „De recreatievaart is de afgelopen jaren enorm gegroeid. Gaandeweg zijn de schippers ook meer zorg gaan besteden aan een zorgvuldige voorbereiding. Al kom je af en toe nog tegen dat iemand met een autokaart het IJsselmeer opgaat.”[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 oktober 2021 Weblink bron “Ellen over...de juiste route” (29 oktober 2010), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink geraadpleegd op 21 oktober 2021 Weblink bron
    J. Visscher
    “Hulp in de sluis voor onervaren schippers” (29 juni 2007), Reformatorisch Dagblad