autoloos

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord autoloos. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord autoloos, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je autoloos in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord autoloos is hier. De definitie van het woord autoloos zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanautoloos, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van auto met het achtervoegsel -loos
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen autoloos autolozer autoloost
verbogen autoloze autolozere autolooste
partitief autoloos autolozers -

Bijvoeglijk naamwoord

autoloos

  1. (verkeer) zonder autoverkeer
    • Volgend weekend wordt er weer een autoloze zondag georganiseerd. 
  2. zonder auto
    • Meer en meer inwoners van Antwerpen kiezen ervoor om autoloos door het leven te gaan. 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be