Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
avondwerk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
avondwerk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
avondwerk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
avondwerk is hier. De definitie van het woord
avondwerk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
avondwerk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
het avondwerk o
- werk dat 's-avonds gedaan wordt, het 's-avonds werken
- Avondwerk: Mensen die soms of regelmatig buiten de kantooruren werkten, deden dat het vaakst ‘s avonds en op zaterdag. In beide gevallen ging het om meer dan de helft van alle werkenden. Eén op de drie werkenden ging wel eens aan de slag op zondag, vijftien procent deed dat ‘s nachts.[2]
- Hij is van plan voor het eerst echt te gaan samenwonen, zegt hij, de 57-jarige die nog wel eens voor meest felbegeerde vrijgezel van Amsterdam is versleten. „Ja, ik wil wel”, zegt hij vrolijk. „We wonen zowel in Rotterdam als Amsterdam.” Maar heen en weer reizen vindt hij zwaar. „Het zou praktischer zijn geweest om in Amsterdam te blijven. Maar dat kan niet met al het avondwerk hier. Achteraf is het allemaal een beetje snel gegaan. Maar ik heb geen spijt dat ik Amsterdam na al die jaren heb verlaten. Het voelt goed. Ik ben hier heel hartelijk ontvangen.”[3]
1. werk dat 's-avonds gedaan wordt, het 's-avonds werken
98 % |
van de Nederlanders;
|
99 % |
van de Vlamingen.[4]
|