baanderen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord baanderen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord baanderen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je baanderen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord baanderen is hier. De definitie van het woord baanderen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbaanderen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • baan·de·ren
  1. hypercorrectie van banjeren dat mogelijk van Maleis banjir stamt [1]
  2. nevenvorm van bandéren onder invloed van baan (?)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
baanderen
baanderde
gebaanderd
zwak -d volledig

baanderen

  1. inergatief onrustig heen en weer lopen, onverschillig lopen, banjeren
    «(Rotterdams) Ak genogt geflote en gebaanderd had, wier 'k d'r melig van en ging op de brits legge om te prebeere, of 'k niet een uurtje pitte kon.»[2]
    Toen ik genoeg gefloten en gebanjerd had, kreeg ik er genoeg van en ging op het bed liggen om te proberen of ik niet een uurtje slapen kon.
  2. overgankelijk banderen, van dwarsstrepen voorzien
     De sperwer is een kleine roofvogel met korte, brede vleugels en een lange staart. De tekening is donkerbruin tot grijs van boven met een krachtig donker gebaanderde staart. De onderzijde is fijn gebaanderd.[3]
  1. baanderen op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Polletje Piekhaar” (1935)
  3. Bronlink Weblink bron “Stand van de natuur in Amersfoort” (2011)