balkondeur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord balkondeur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord balkondeur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je balkondeur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord balkondeur is hier. De definitie van het woord balkondeur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbalkondeur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

balkondeur
Uitspraak
Woordafbreking
  • bal·kon·deur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord balkondeur balkondeuren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de balkondeurv / m

  1. (bouwkunde) een deur die van binnen een gebouw naar een balkon leidt
     Gaat u alstublieft weg, ik weet ook zonder u wel wat ik moet doen, schreeuwde Rastoptsjin kwaad. Hij stond bij de balkondeur naar de menigte te kijken. 'Dit hebben ze Rusland aangedaan!'
     Eind vorig jaar goot de vrouw een jerrycan met benzine leeg in de slaapkamer waar de man lag te slapen. Ze trok de slaapkamerdeur dicht en stak het huis met benzine en een gasbrander in brand. Eerder had ze al de deurklink aan de binnenkant weggehaald. De ramen en balkondeuren waren ook dicht en ze had de batterijen uit de rookmelders gehaald.
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 16 januari 2022 Weblink bron “Acht jaar voor vrouw die overspelige man in brandende slaapkamer opsloot” (25-07-2018), NOS