bankkluis

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bankkluis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bankkluis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bankkluis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bankkluis is hier. De definitie van het woord bankkluis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbankkluis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Man bij het verlaten van een bankkluis
  • bank·kluis
enkelvoud meervoud
naamwoord bankkluis bankkluizen
verkleinwoord bankkluisje bankkluisjes

de bankkluisv / m

  1. (deel van een) brandkast in een bankgebouw
    • Het is een grote bankkluis, met een dikke deur, in de kelder van Paisley Park. [2] 
    • In een koffiehuis is een oude bankkluis omgebouwd tot een werkruimte met een Hemingway-thema, op straat zie ik een fotomozaïek van dat iconische gezicht met de volle, grijze kapiteinsbaard. [3] 
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Bernard Hulsman 23 april 2016
  3. NRC Auke Hulst 1 november 2016
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be