bankwerker

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bankwerker. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bankwerker, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bankwerker in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bankwerker is hier. De definitie van het woord bankwerker zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbankwerker, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak

Geluid: bankwerker (hulp, bestand)

Woordafbreking

bank·wer·ker

Woordherkomst en -opbouw

afgeleid van bankwerken met het achtervoegsel -er^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bankwerker	bankwerkers
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de bankwerker m

(beroep) iemand die bankwerk verricht.

Hyponiemen

constructiebankwerker, fijnbankwerker, machinebankwerker

Verwante begrippen

bankwerk, bankwerkster, smederij, smid

Vertalingen

1.

Engels: benchhand ^(en), fitter ^(en)

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

Het woord bankwerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

Enciclo

Wikious

Sapientia

Scientia

Boobota

Anandapedia

Sagapedia

Wikithot