begintijdperk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord begintijdperk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord begintijdperk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je begintijdperk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord begintijdperk is hier. De definitie van het woord begintijdperk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbegintijdperk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·gin·tijd·perk
enkelvoud meervoud
naamwoord begintijdperk begintijdperken
verkleinwoord begintijdperkje begintijdperkjes

het begintijdperko

  1. (tijdrekening) de eerste periode van een geschiedenis; de eerste periode van een ontwikkeling
     Het bedrijf bestormde de markt zonder met de wetgever in overleg te gaan over het aanpassen van de taxiwetten. En dat was niet zo handig, meent Kroes. ,,Daar hebben ze soms geen geduld voor gehad. (..) De top van Uber ziet in dat het begintijdperk toen ze als een soort cowboys probeerden alles in beweging te krijgen, voorbij is."[1]



  1. Bronlink geraadpleegd op 17 januari 2024 Weblink bron “Kroes: wetgever loopt achter” (07-05-2016), Tubantia