beleed

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord beleed. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord beleed, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je beleed in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord beleed is hier. De definitie van het woord beleed zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbeleed, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • be·leed
vervoeging van
belijden

beleed

  1. enkelvoud verleden tijd van belijden
    • Ik beleed. 
    • Jij beleed. 
    • Hij, zij, het beleed. 
76 % van de Nederlanders;
55 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be