belgitude

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord belgitude. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord belgitude, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je belgitude in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord belgitude is hier. De definitie van het woord belgitude zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbelgitude, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bel·gi·tu·de
enkelvoud meervoud
naamwoord belgitude belgituden
belgitudes
verkleinwoord - -

de belgitudev

  1. levensstijl, geestelijke instelling of manier van doen die kenmerkend is voor Belgen
     In een verende Citroën DS reist hij langs de grenzen van het land, om keer op keer die wonderlijke mengeling te vinden die hij belgitude noemt: die naamloze rommeligheid, die stuurloosheid, die welbewuste losbandigheid, die vrijheid van taal, gedrag, dat plannentrekken van de inwoners.[1]
  2. trotse of enthousiaste instelling van Belgen tegenover hun land
     De overmoed van België als sportnatie is mede het gevolg van een jarenlange tricolore drooglegging. Er was nog weinig om trots op te zijn. Ach, nationbuilding: hooguit wat dancemuziek. Het voetbal deed niet mee aan een verhevigde belgitude.[2]
13 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[3]
  1. Bronlink geraadpleegd op 15 december 2019 Weblink bron
    Kester Freriks
    “Benno Barnards hang naar extatische taal; Hier spreekt de ontwortelde” (13 december 1996) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 15 december 2019 Weblink bron
    Hugo Camps
    “De poorten van de hemel zijn open” (12 oktober 2013) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be