bepakking

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bepakking. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bepakking, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bepakking in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bepakking is hier. De definitie van het woord bepakking zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbepakking, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Nederlandse soldaten met hun bepakking op de rug in 1966, een voorbeeld van de Persoonlijke Standaard Uitrusting (PSU)
  • be·pak·king
enkelvoud meervoud
naamwoord bepakking bepakkingen
verkleinwoord

de bepakkingv

  1. wat een soldaat aan voedingsmiddelen, kleding enz. zelf medevoert
    • De FIT is een aanvulling op de Defensie Conditie Proef, waarmee de basisfitheid wordt gemeten. De FIT is bedoeld voor militairen (vrijwel alleen bij de Landmacht) die worden ingezet op zwaardere posten, en die fysiek getrainder moeten zijn. De test bestaat uit het verplaatsen met zware bepakking, een hindernisbaan, tillen en dragen van zware objecten en het afleggen van een snelmars.[2] 
  2. wat iemand allemaal moet dragen of aanhebben
    • Er gaan hele toernooien voorbij waarin Sombroek wedstrijden lang nauwelijks iets te doen krijgt. Tijdens het WK in Den Haag (2014), waar Nederland vrij eenvoudig wereldkampioen werd, kreeg ze geen enkel doelpunt tegen. Des te moeilijker om op te staan als de nood aan de man is. Franzisca Hauke had een onverwachte Duitse finaleplaats op haar stick, maar in haar zware bepakking bleef Sombroek uiterst koelbloedig in de cirkel, waar de temperatuur was opgelopen tot 35 graden. „Op zo’n moment ben ik totaal niet bezig met de uitslag of de stand”, zei Sombroek na het zinderende slot. “Tijdens de shoot-outs weet ik echt niet hoeveel het staat. Ik concentreer me op de dingen waar ik invloed op heb. Ik ben bezig met rustig blijven, proberen in de flow te komen, afwachten. En op het moment dat de bal vrijkomt: gaan.”[3]  
97 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Enzo van Steenbergen 2 oktober 2016
  3. NRC Rob Schoof 17 augustus 2016
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be