Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
beunhaas. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
beunhaas, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
beunhaas in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
beunhaas is hier. De definitie van het woord
beunhaas zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
beunhaas, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Nederduits, in de betekenis van ‘onbevoegd werker’ voor het eerst aangetroffen in 1649 [1]
- samenstelling van beun ww en haas [2]
de beunhaas m
- een persoon die een vak of beroep uitoefent zonder daarvoor de benodigde opleiding te hebben gehad
beunhaas
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beunhazen
- gebiedende wijs van beunhazen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beunhazen
99 % |
van de Nederlanders;
|
78 % |
van de Vlamingen.[3]
|