beurshandel

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord beurshandel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord beurshandel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je beurshandel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord beurshandel is hier. De definitie van het woord beurshandel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbeurshandel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • beurs·han·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beurshandel
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beurshandelm

  1. aan- en verkoop van zaken tijdens een handelsbeurs
     Rekende hij alsnog op het martelaarschap voor zijn zoon, een martelaarschap waartegen hij zich eind april op hoog bevel verzet had? Quispel kon het niet langer aanhoren, deze speculatie, deze internationale beurshandel in zinloze dood.
  2. aan- en verkoop van aandelen en obligaties aan een effectenbeurs
     Alleen beurshandelaar FlowTraders slaagde er weer in om te stijgen. Het bedrijf leeft van beurshandel, of koersen nu omhoog of omlaag gaan.
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij op Wikipedia, ISBN 9789023479925
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 februari 2022 Weblink bron “Beurzen weer onderuit door coronavirus, AEX verliest deze week 10 procent” (27-02-2020), NOS