Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
handel. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
handel, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
handel in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
handel is hier. De definitie van het woord
handel zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
handel, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- In de betekenis van ‘kopen en verkopen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1573 [1]
de handel m
- (economie) de in- en verkoop van goederen
- (metonymisch) winkel, onderneming die goederen koopt om ze met winst te verkopen
- ▸ Mijn middelste dochter en ik shopten vaak in de stad en struinden kringloopwinkels af en ze begon vervolgens een klein handeltje door de daar gekochte merkkleding met winst door te verkopen.[2]
- handelswaar
Alles
Iemands volledige gedragspatroon
1. de in- en verkoop van goederen
de handel m
- handgreep, handvat, hendel
handel
- bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord
handel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handelen
- gebiedende wijs van handelen
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handelen
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[3]
|
- Afkomstig van het Nedertyske zelfstandige naamwoord handel
handel, g
- (economie) (handel) markt, transactie (de economische sector)
- handel, transactie (koop, verkoop)
- handel, transactie (een handelsplaats: boetiek, markt, winkel, zaak)
- Afkomstig van het Nedertyske zelfstandige naamwoord handel
handel, m
- (economie) handel, markt, transactie (de economische sector)
- (handel) handel, transactie (koop, verkoop)
- (handel) handel, transactie (een handelsplaats: boetiek, markt, winkel, zaak)
- Afkomstig van het Nedertyske zelfstandige naamwoord handel
handel, m
- (economie) handel, markt, transactie (de economische sector)
- (handel) handel, transactie (koop, verkoop)
- (handel) handel, transactie (een handelsplaats: boetiek, markt, winkel, zaak)