bijbank

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bijbank. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bijbank, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bijbank in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bijbank is hier. De definitie van het woord bijbank zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbijbank, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bij·bank
enkelvoud meervoud
naamwoord bijbank bijbanken
verkleinwoord bijbankje bijbankjes

de bijbankv / m

  1. (financieel) een filiaal of bijkantoor van een bank
     Op 5 mei 1850 ondertekende koning Leopold I de oprichtingsakte van de Nationale Bank. Maar pas op 2 januari van het daaropvolgende jaar opende de bank haar loketten in Brussel, een bijbank in Antwerpen en vierentwintig agentschappen. De Nationale Bank kreeg het alleenrecht om bankbiljetten uit te geven, wat tot dan gebeurde door enkele privé-banken.[2]
     De bijbank in Antwerpen sluit op 1 januari 2014 definitief de deuren. De Nationale Bank, met hoofdzetel in Brussel, heeft nog vestigingen in Bergen, Hasselt, Kortrijk en Luik. Sinds 1974 werden al 38 lokale vestigingen gesloten. Dat gebeurde voor het laatst in 2009, toen Gent en Namen werden gesloten.[3]
60 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron “Nationale Bank viert 150ste verjaardag” (06/05/2000), De Standaard
  3. Bronlink Weblink bron “Loketten Nationale Bank definitief dicht in Antwerpen” (30/09/2013), De Standaard
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be