bijloper

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord bijloper. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord bijloper, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je bijloper in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord bijloper is hier. De definitie van het woord bijloper zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbijloper, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bij·lo·per
enkelvoud meervoud
naamwoord bijloper bijlopers
verkleinwoord bijlopertje bijlopertjes

de bijloperm [1]

  1. iemand die anderen gedachteloos volgt
    • De vader is meer genteresseerd in bloot, dat zich blijkt te bevinden in een stapel Freikörper-traktaten, verstopt in de boekenkast. Hem leren we het beste kennen door de reacties van de eerste liefde van de hoofdpersoon. "Sylvia heeft een hekel aan de man. Hij is voor de heb, een bijloper. Zijn verdraagzaamheid, zijn tolerantie, is alleen maar onverschilligheid, vindt ze, maar ze spreekt het niet met zoveel woorden uit.' [2] 
    • Ik had al eerder in de Wetstraat opgemerkt dat hij zich in de sociaal-economische sector gedroeg als een superminister die voortdurend wat medelijdend de les spelde aan Martens. Hij wilde nu dezelfde houding aannemen voor de problemen van defensie en buitenlandse politiek, sectoren waarin hij in alle opzichten een bijloper [3] 
76 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[4]