Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
bik. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
bik, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
bik in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
bik is hier. De definitie van het woord
bik zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
bik, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de bik m [3] [4]
- fijngestampte afval van zandsteen, te gebruiken om te schuren; biksteen [5]
bik
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bikken
- gebiedende wijs van bikken
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bikken
75 % |
van de Nederlanders;
|
62 % |
van de Vlamingen.[6]
|
bik m
- (dierkunde) stier