binnenscheepvaart

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord binnenscheepvaart. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord binnenscheepvaart, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je binnenscheepvaart in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord binnenscheepvaart is hier. De definitie van het woord binnenscheepvaart zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanbinnenscheepvaart, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • bin·nen·scheep·vaart
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenscheepvaart binnenscheepvaarten
verkleinwoord

de binnenscheepvaartv / m

  1. scheepvaart die niet de zee opgaat; scheepvaart op de binnenwateren
     De gemeente onderzoekt nog hoe hoog het bouwwerk moet worden, zodat de binnenscheepvaart er zo min mogelijk last van heeft. De brug krijgt een klep die open en dicht kan, zodat ook bijzondere transporten en schepen met een hoge mast door kunnen varen.[2]
     De matrozen zouden maar zo'n 350 euro per maand salaris krijgen. De binnenscheepvaart kampt met een tekort aan personeel.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Amsterdam krijgt brug over het IJ” (Dinsdag 10 januari 2017, 21:02), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 februari 2023 Weblink bron “Misstanden bij binnenvaart onderzocht” (Woensdag 5 oktober 2011, 13:00), NOS