Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
biscuit. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
biscuit, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
biscuit in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
biscuit is hier. De definitie van het woord
biscuit zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
biscuit, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘droog gebak’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1704 [1]
biscuit o of m
- o: een droog en bros gebak gemaakt zonder vet
- In de bakkerij wordt enkel biscuit gemaakt.
- m of o: een koekje van het biscuitgebak
- Kun je mij twee biscuitjes aangeven?
- Berucht om hun smakeloosheid zijn de Maria biscuitjes die je bij de thee kreeg.
99 % |
van de Nederlanders;
|
97 % |
van de Vlamingen.[2]
|